Een heitje voor een karweitje
‘Wil je neuken’ 6 jaar jong, lijkt hij, het kind,
zijn vraag blokkeert mijn loop.
Amsterdam-Noord hoek Wadden-
weg, ik schrik me rot, deins zichtbaar.
Zei die kleine dit nou echt
of hoorde ik in lucht de woorden
die ik zelf niet durfde denken.
Mijn vriendin haar ouders, meer dan zestig jaar
getrouwd. Nooit te nimmer ooit echt nooit, zagen zij malkander bloot.
Jaren ’60, kom maar op
met je Beatles door je grachten
met je hele lange nachten, waarin ruw, wakker
opgeschud in eigen lijf.
Liegend, weg van huis, naar verder
weg, ik neem de pont, bootje varen op het IJ
staat er plots een man te dansen
met zijn mes nodigt hij uit
nee, ik wil niet
opgespiest, om standers keken mee
niemand deed iets, het was eng
Lange wimpers heb jij,
zei ’n keer een mooieman.
Anders ochtend durf ik me niet tonen
want mijn valse gingen stuk
Volbenepen dagen, nachten dromen
van de liefde voor mijn leven
die er was, ja heus. Voor even.
Later hing hij zich zelf op.
Aan mijn deur vandaag een kind
6 jaar jong, lijkt mij, een van de buren.
‘Heeft u een karweitje’ Ja
ze zegt dit, vraagt dit echt.
Dwaas verbaasd,
trug in vele volle jaren
zie ik heitjes door oude buurten dwalen,
terug tot op de Waddenweg.
Dat kleine rotjong zei het, echt.